|
VAKANTIE IN ZUID-AFRIKA
BLOEMFONTEIN - BALLITO
Greet en Luuk Plekker
26 juni – 5 juli 2005
zondag - 26 juni 2005
- aankomst in Bloemfontein 16.15 uur.
Bloemfontein is maar een klein vliegveld en er komen en vertrekken ook maar weinig vliegtuigen.
We komen op de goede tijd aan en Pierre en zijn vrouw Sandra Plekker staan ons op te wachten.
Pierre kenden we al, maar Sandra ontmoeten we nu voor de eerste keer.
Pierre heeft een Isusu bakkie en de bagage wordt ingeladen. Dat gaat allemaal makkelijk. We worden
naar het huis gebracht, onderweg passeren we het Prothea Hotel en de Nando waar we met de Biketourgroup
gegeten hebben en Pierre en de kinderen het eerst hebben ontmoet.
We komen in de buitenwijk van Bloemfontein aan bij hun huis. Een hek voor het huis, maar er is niet
zo’n haast om het hek te sluiten. Het leven is hier een stuk minder gespannen.
We worden welkom geheten, de kinderen zijn thuis: Marique, Annemieke en Carel.
We mogen in de kamer van Marique slapen met aangrenzende badkamer. De
elektrische kachel staat aan in
onze kamer, maar we vragen even of die uit mag. Het is ons te warm.
Ook hier heeft iedereen het koud.
We krijgen even tijd om ons op te frissen en dan is er koffie!!
We hebben Zaanse koekjes van Verkade meegenomen en een paar geschenkjes. Het fotoboek over Holland
wordt zeer gewaardeerd.
Maar we hebben ook de stamboom, die we hebben gekregen van Henk Stroobach in Zaandam meegenomen. De
moeder van Henk was ook een Plekker.
Pierre komt met een wapen van de Plekkers. Of die echt is, of we die kennen. Wij hebben het nooit gezien,
dus wij weten het niet. Maar Luuk leest op het grote papier van de stamboom dat er een omschrijving staat
van het wapen van de familie Plekker. En laat die omschrijving nou precies kloppen! Geweldig.
Ook heeft Pierre een map met bescheiden van zijn vader. Hierin diploma’s gehaald voor het onderwijs in
de Nederlandse taal (in die tijd (ca. 1906) werd de handelscorrespondentie nog in het Nederlands gevoerd),
bewijs van goed gedrag van een werkgever, maar ook brieven van de familie Plekker in de Oranjestraat in
Zaandam. Tot laat in de jaren 1980. Verbazend, daar hebben we nooit iets over gehoord, maar er was en is
ook geen kontakt met de Plekkers in Zaandam, anders dan met de directe familieleden, broers en zusters
van vader Plekker.
Luuk heeft zijn oude familie foto’s erbij gepakt, sommigen had ik al per email gestuurd aan Pierre.
Pierre heeft duidelijk veel interesse in de familie in Nederland.
Het eten is klaar en we zitten in de nieuwe aanbouw, die Pierre zelf heeft gebouwd. Het is nog niet klaar,
maar er is een ruime kamer waar het prettig toeven is met een grote ingebouwde braai. In de
avond is een vuurtje wel lekker.
We maken het niet laat, Sandra moet morgen gewoon werken, Pierre en de kinderen hebben schoolvakantie.
Maar Marique heeft een vakantiebaan bij een dierenarts, zij studeert diergeneeskunde en Annemieke zoekt
nog een vakantiebaantje.
maandag - 27 juni
Pierre heeft een programma gemaakt. Op ons verzoek gaan we eerst naar Dr. Louis Scott en er is een
afspraak gemaakt om 11.00 uur. We rijden er naar toe, ook Carel is mee.
Carel is een leergierige jongeman en vraagt en praat onderweg honderd uit.
Het was even zoeken naar het adres van van Dr. Scott, maar na een telefoontje komen we er toch aan.
De poort gaat open en Dr. Scott staat ons op te wachten en heet ons welkom. Hij heeft het beeldje,
het kopje van Anda Kerkhoven al op tafel staan en brengt het naar buiten, zodat wij er goede foto’s
van kunnen maken. Het ziet er mooi uit. Hij brengt ook nog 3 schilderijen naar buiten, een van zijn
vader Dokter Scott, een van zijn moeder Dora Scott geschilderd door Bas Galis in de jaren 1940-1945,
en een van een Joodse vrouw met de naam Else Berg uit Silezië (waarschijnlijk een zelfportret).
Else Berg is afgevoerd naar Auschwitz en bij aankomst omgebracht in 1942. (Louis heeft met zijn broer
gebeld om de naam van de Joodse vrouw te vragen.) (Zie voor een verslag van dit
bezoek
www.hannieschaft.nl/andakerkhoven.html )
We zetten koers naar een terrein van een voormalig concentratiekamp van de Boerenoorlog. Op dit terrein is het Vrouwenmonument en op de oprit hier naartoe liggen aan beiden kanten van het pad stenen, met daarop geschreven de namen van de concentratiekampen, het aantal doden, onderverdeeld in kinderen en volwassenen. Het is een schrikbarend aantal.
Meer dan 32.000 vrouwen, kinderen en oude mensen worden
hier herdacht. Allemaal slachtoffers van de Boerenoorlog van 1899 - 1902. Er staan ook prachtige bronzen
beelden met de namen: het afscheid van vrouw en kind, op transport gesteld naar Engelse koloniën, en
het Bittereinde.
Pierre vertelt de geschiedenissen die hierbij horen. Hij komt uit het onderwijs en weet erg veel over
de geschiedenis van zijn land.
We gaan het museum binnen en lopen de zalen door. Dit is pure geschiedenis. Opvallend waren de
tegeltableaus die achter het behang gevonden waren in een huis in Utrecht(?) over de Boerenoorlog en
die in later jaren hiernaartoe gebracht zijn. Nog puntgaaf.
Veel over de concentratiekampen, over het leven van alledag, de ontberingen, hoe men overleefde. Ook
veel over de overzeese kampen in de koloniën van de Engelsen.
Een indrukwekkend museum.
We gaan naar een winkelcentrum buiten de stad. Tijd voor een kopje koffie met lemoentaart. Ik wilde een spel Rummicup kopen voor de familie en Carel vond er een in dit centrum.
Pierre had nog een verrassing voor ons in petto. Het was een heel eind rijden naar het Soetdoorn natuurreservaat. Het was al laat en we werden gewaarschuwd, dat we om 6 uur weer terug moesten zijn. Maar de wacht ging met ons mee, met een sleutelbos in de hand. We hebben een heel eind gereden, veel klein wild gezien, het was prachtig. Maar de auto stopte bij een ander hekwerk en de wacht ging uit de auto om dit hek open te maken. Wat nu? De wacht had de verkeerde sleutels mee. Gauw weer in de auto, helemaal teruggereden en bij de poort een andere sleutelbos gehaald. Toen weer opnieuw het eind gereden, bij het hek was de goede sleutel nu voorhanden en het hek geopend. De wacht bleef buiten staan wachten. Er waren twee nieuwe hekken, waarvan er nu eentje openstond om doorheen te rijden. Het hek werd meteen weer gesloten. Hier konden we doorheen rijden en kijken of we leeuwen zagen. Er moesten er 4 zijn. We hebben goed speurwerk gedaan en na een tijdje zagen we de leeuwen, vier bij elkaar, heel rustig, zag er niet gevaarlijk uit. Maar Pierre bleef op een korte afstand met de auto om ze niet te laten schrikken en, omdat de leeuwen aan Luuk zijn kant waren heeft hij foto’s kunnen maken. Ook Carel was druk in de weer met de digitale camera van zijn vader. Het was prachtig. Gauw zijn we daarna doorgereden naar het hek. Dat werd voor ons weer geopend en nu door het tweede hek. Op dat terrein waren hyena’s, twee stuks. Het werd al aardig donker, maar we hebben er een zien lopen langs het hekwerk. Te donker voor foto’s. Weer terug naar het hek en de wacht hebben we toen weer meegenomen op onze weg uit het natuurreservaat. Was het toch nog goed gekomen. Maar eigenlijk was het al te donker voor foto’s.
Teruggereden naar huis. Sandra was al thuis en de meisjes ook. De tafel werd gedekt, de meisjes waren
druk bezig in de keuken en Dr. Louis Scott kwam bij ‘ons’ eten.
Pierre kende Louis niet, maar door het kontakt over het beeldje van Anda Kerkhoven bleek dat zij alle
drie, Louis, Pierre en Sandra aan dezelfde universiteit werkten. Louis is bioloog.
Pierre werkt in een programma om het onderwijs in Zuid-Afrika op hoger peil te brengen en Sandra is
secretaresse voor een prof. Daarom hadden ze een heleboel bij te praten en het was erg gezellig.
De meisjes hadden een pastaschotel gemaakt. Wij lieten het ons goed smaken.
We werden ingelicht over de plannen van de volgende dag. Dan zouden we vroeg moeten opstaan en voor een
paar dagen op reis gaan. Dus koffer(s) mee. Ik heb ‘s avonds nog een koffer voor ons twee gepakt,
de kleding voor warmte maar niet meegenomen, hier kon je die niet gebruiken. (Wat later een grote
vergissing bleek te zijn!) Ook nieuwsgierig waar de verrassingstocht zal uitkomen??
dinsdag - 28 juni
- op weg naar. . .
Vroeg op, om 7 uur ontbijt en daarna meteen in de Issusu. Pierre, Carel, Luuk en ik.
Alle bagage achterin. Het werd weer een prachtige dag. De zon verwarmde de dag weer mooi. We genoten van
het uitzicht en konden alles goed bekijken. We hadden nog niet helemaal door wat er ging gebeuren, maar
de reis was in ieder geval geweldig!! We raakten niet uitgekeken, wat een prachtig land. We gingen op de
snelweg, en met een bocht om Lesotho heen. Onze eerste stop was in Clarence, hoog in de bergen een klein
dorpje, helemaal gericht op touristen. Even lekker een lunch gepakt. Kaarten gekocht, postzegels waren
er niet. Dat komt later wel. Het is een schilderachtig dorpje en heel rustig.
De weg weer op. Op een gegeven ogenblik kwamen we voor slagbomen.
Hier begon het Golden Gate Natural Park.
Luuk maakte foto’s van de poortwachters, die graag op de foto wilden. De autonummers en namen worden
hier genoteerd, om er zeker van te zijn dat je er ergens ook weer uitkomt. De autoweg loopt dwars door
het Park heen. Wij bleken een afspraak te hebben in het Basotho Cultural Village, waar Pierre twee
huisjes had gereserveerd om de nacht door te brengen. We werden naar de huisjes gebracht. Het eerste
huisje had net een nieuwe vloerbedekking gekregen, d.w.z. ingesmeerd met oliefantenmest en modder. Het
zag er prachtig uit en de geur was nog indringend, het was nog vers. Het toilet met douche was buiten,
maar in de modder met een hoge instap. Dat wou ik niet graag doen in het donker, midden in de nacht.
Het tweede huisje was even verder. Ook hier het toilet en de douche achter het huisje, maar niet zo
benebrekend om er te komen. Wij mochten kiezen, en wij kozen het tweede huisje. Mooi, geregeld.
Weer in de auto, teruggereden naar een mooie plek langs de weg waar we hebben gelopen naar een waterval
uit de berg, waar een ‘zwembadje’ gemaakt was in de loop van het water. Wel erg koud nu, maar ‘s zomers
schijnt dat heerlijk te zijn. Carel klimt nog graag wat rond en wij hopen dat hij niet in het water
terecht komt. Ook het bronwater wordt hier gezuiverd voor menselijk gebruik.
We zien een grote aap rond
de huisjes voor toeristen lopen.
Na dit uitstapje gaan we nog verder terug op de weg naar het Protheahotel. Hier zullen we de maaltijd
gebruiken, een buffet met allerlei lekkers om zelf op te scheppen.
Toen we er weer tegen konden, gingen we weer terug naar het Basothe Cultural Village. Er was een
vrachtwagentje met frisdrank gekanteld in een bocht van op de weg, het glas lag nog verspreid over de weg.
(We hadden de ravage al gezien op de heenweg toen het nog licht was.) Het was echt pikdonker hier.
Bij het dorp aangekomen ging Pierre met zijn bakkie land over zand naar het huisje toe in het licht van
zijn auto. Wij werden uitgeladen, maar Pierre had geen zaklamp mee. Ik had nog een klein lampje in mijn
tas en daarmee konden we het pad zien en later ook de ‘badkamer’ vinden. Pierre en Carel gingen naar
hun eigen huisje.
Het was eigenlijk best een aardig huisje. Twee bedden aan de kant, een kastje ertussen. Een tafel in het
midden en aan de andere kant nog een linnenkastje. De ramen waren aan de binnenkant met luiken geblindeerd.
De luiken heb ik een beetje open gezet om het maanlicht binnen te laten. Toen we buiten naar de hemel
keken, waren we verbaasd over de hoeveelheid en de helderheid van de sterren die we zagen. Ongelooflijk
mooi! Dat hadden we nog nooit zo mooi gezien.
woensdag - 29 juni - onderweg naar . . .
Ontwaakt om 6 uur in het Culturele dorp Basotho. We stonden al vroeg buiten. Er hing een mist en het zicht
was niet groot. Maar langzaam ontwaarden we bergen om ons heen tot we het gehele landschap konden
overzien. We waren heel hoog in de bergen en onder ons waren de nieuwe hutten van het dorp om toeristen
te ontvangen, dat op 1 juli zou opengaan. Het was nog net niet klaar. We hebben foto’s gemaakt van het
prachtige uitzicht. Een prachtig panorama. We hoorden Pierre en Carel ook en gingen op zoek naar een
mogelijkheid om te ontbijten.
We vonden een grote ‘lapa’ (vergaderplek met muur eromheen en dak erop)
van riet. (Een ‘boma’ is een open vergaderplek). Er was al een vuurtje gemaakt in de lapa vanwege de kou,
maar daardoor hing er binnen een dikke rook. We werden door de man die het ontbijt verzorgde ontvangen.
Hij ging gauw koffie en broodjes maken.
Hij vertelde dat hij een Nederlandse vriend kende die ook naar de festivals komt voor bloemenschikken;
hij heeft zelf ook prijzen gewonnen. (Naam klonk als de naam van een nieuwslezer.)
Na het ontbijt weer alles inpakken en op weg. We gingen naar Harrismith, naar de winkel van Willem Odendaal,
een vriend van Pierre. Van hem had Pierre zijn vakantiehuisje gehuurd en we kregen de sleutels mee en
nog wat aanwijzingen voor mooie plekjes in de route.
We reden de Drakensbergenroute.
Toen we de Sterkfonteindam passeerden, stopten we bij een parkeerplaats. Hiervandaan konden we het
aasgierenrestaurant zien. Op een heuvelrug, iets lager gelegen dan de plek waar bij stonden werden
kadavers van dode dieren gegooid wat weer een maaltijd was voor aasgieren. Er stonden en vlogen er wel
een stuk of 30. Ze vlogen ook vlak over ons heen.
Een prachtig gezicht.
Van een verkoper van klei-artikelen hebben we daar een buffeltje gekocht. Zij gebruiken de klei uit de
omgeving om kunst te maken en te verkopen aan toeristen.
We passerden de Olivierzoetpas 1730 m à richting Durban.
Onze bestemming was Umkomaas, een stadje ten zuiden van Durban. We arriveerden om 16.45 en hebben ons
gesetteled. Het was een prachtig huisje, drie slaapkamers, twee badkamers en een buitendouche. Een keuken
in de kamer met een schuifpui en een groot terras, zicht op de Indische Oceaan. Een klein trapje naar
beneden was er nog een terras met barbecue en zitjes en nog een aangrenzende slaapkamer. Deze laatste
kamer was nog niet klaar en ook in het appartement moest nog gewerkt worden. Het was een 5-jaren plan
van de eigenaar. Maar dat kon de pret niet drukken.
We kenden de weg nog niet in de omgeving, hebben in een supermarkt inkopen gedaan en ook Pierre had het
een en ander meegenomen van thuis. Hij wist waar we naar toe gingen!
Maar toch ‘s avonds gegeten bij de Spurr. Ik wist niet dat dat een Zuid-Afrikaanse keten was. Daar kun
je lekker eten.
Het was een lange dag, dus maar weer op tijd naar bed. Morgen gaan we de omgeving verkennen.
donderdag - 30 juni
- in Umkomaas.
Toen we wakker werden en weer toonbaar, zagen we in de Oceaan erg veel vogels op één plek boven de Oceaan.
Pierre vertelde ons van de sardienentrek en dat de sardienen in deze tijd van het jaar opgejaagd werden
door roofvissen, waardoor de vissen op de vlucht gaan en te dicht aan het strand komen en aan de
oppervlakte. De Jan van Genten hebben dat al gauw door en vissen vanuit de lucht. Soms komen de vissen
in groten getale op het strand terecht en de mensen kunnen ze zo van het strand pakken en meenemen voor
de keuken. In het huisje was ook de diepvriezer vol met sardienen. Men noemt dat de ‘sardienenkoorts’
hier. Omdat we dat zagen zijn we in de auto gestapt en naar het strand gereden. Er was veel bekijks en
de groep vissen en vogels verplaatsen zich in rap tempo. We zijn een stuk meegelopen zodat Luuk foto’s
kon maken. Bij een Duikcentrum een folder gevraagd voor de duikers thuis.
Daarna het ontbijt gemaakt. Pierre stond in de keuken. En hij kan er wat van.
Tegen de middag zijn we weer in de auto gestapt en zijn we naar Durban-Noord gereden naar het winkelcentrum
St. Lucia.
Het opvallende was, dat het hier veel warmer was dan in Bloemfontein of Jo’burg. De kleding die ik in
Bloem had achter gelaten en de zonnesmeer had ik hier eigenlijk wel nodig.
Na de sportschoenen gingen we op zoek naar de Hollandse bakker die er moest zijn. En ja hoor, we vonden
de bakkerij annex slagerij. De slager was in de winkel en ik vroeg hem of hij Hans Vrolijk was? “Ja”. Ik
stelde me voor als Greet, dat is mijn naam. Hij vond het leuk Hollanders in zijn winkel te hebben en we
bestelden koffie en taartjes. Zijn vrouw was ook aanwezig en met haar heb ik dingen uitgezocht om te
kopen. Een Delftsblauw kop en schotel, DE koffie, erwtensoep en echte rookworsten. Gevuld speculaas,
gevulde koeken en stroopwafels.
Hans Vrolijk en zijn vrouw kwamen uit Noordwijkerhout (in 1971). Hij had het vak van stroopwafelbakker
in Nederland op een markt geleerd en alle spullen hier naar toe gebracht. Hij was een van de twee
stroopwafelbakkers in heel Zuid-Afrika. En men is er gek op.
Carel had weer een speelgoedwinkel ontdekt waar ze Triominos hadden.
Na dit leuke bezoekje aan Hans Vrolijk weer in de auto en Pierre wist nog dat er een Japanse tuin was
in Durban. Wij op zoek en, natuurlijk weer Carel die de weg zag waar we moesten zijn. Carel heeft zijn
ogen niet in zijn zak. Daar heb je wat aan.
De Japanse tuin was prachtig aangelegd en we hebben een heerlijke wandeling door de tuin gemaakt.
Om 16.30u waren we weer terug. Koffie gemaakt en de gevulde koeken opgegeten. Die waren niet zo goed,
tè mager, maar het gevulde speculaas was heerlijk op smaak.
Pierre en Carel liepen nog even naar het strand en wij rusten even uit.
Vanavond braai, met salade en miliepap.
Pierre heeft heerlijk staan braaien daar beneden. Voor ieder een groot stuk vlees en worstjes.
Tijdens het eten werd het Luuk te veel, de kiespijn was weer teruggekomen. Het vlees werd bewaard, dat
kwam wel op. Luuk begon weer meteen met zijn penicillinekuur, die de tandarts hem had gegeven voor het
geval dat de kiespijn terug zou komen tijdens de vakantie.
vrijdag - 1 juli
– naar oom Faai in Ballito
We beginnen weer rustig aan vandaag. Rustig ontbijtje met koffie. Dan om half 11 in de auto naar Durban
toe.
Naar het zee-aquarium Maritiem Life. Het is een heel complex, veel winkeltjes en van alles en nog wat
moet je passeren vóórdat je bij een groot zeeschip-wrak aankomt. Het is een beetje te vergelijken met de
casino’s die we in Kaap en Jo’burg hebben gezien. Touristentrekkers.
In het wrak is het zee-aquarium gemaakt. Het is er donker binnen, maar de aquaria zijn verlicht waarin
de mooiste en grootse vissen zwemmen, van sardientjes tot kwallen, kreeftjes tot haaien en reuzen grote
schilpadden. Het was tamelijk druk met bezoekers, maar je kon overal goed bij en blijven kijken zolang
als je dat wilde. Door de geluiden was het net of je echt in een oud zeeschip liep. Er was buiten ook
een dolfijnshow en zeehondenshow. We hebben er even gekeken, maar vanwege de tijd weer opgestapt.
Bij de uitgang was nog een muziek- en dansgroep van jonge Zulu-dansers.
Om 13.30 uur moesten we op weg naar oom Faai, Enfin Ultimo Plekker en zijn kinderen in Ballito. Het is nog een uur rijden ten noorden van Durban. In Ballito aangekomen heeft Pierre zijn neef Ewald gebeld, die kwam ons tegemoet rijden en heeft ons naar zijn huis gebracht. Oom Faai kwam al naar buiten bij de poort en was zeer blij ons te kunnen verwelkomen. We werden meegetroond door het huis, over een tussenterras heen naar een serre, waar we konden gaan zitten. Het zag er allemaal prachtig uit.
Naast Oom Faai (73) (zijn vrouw Vera bleef thuis, in het huisje achter in de tuin) waren ook aanwezig:
Ewald (45)en vrouw Angela (beiden architect) en hun 3 kinderen
Leon (44) en vrouw Lucille en hun 3 kinderen (Leon is ingenieur)
Pierre (47) en zijn zoon Carel
Greet en Luuk (72), allemaal Plekkers.
Ook was nog de zus van Angela met haar man en kinderen aanwezig.
Oom Faai kwam met een groot schilderij dat hij van zijn vader had. Daarop een aantal kleine foto’s.
Maar hij wist niet wie het waren, behalve zijn vader en grootvader.
Luuk had oude foto’s mee en kon zo nog twee foto’s een naam geven.
Luuk en Oom Faai, bleken even oud te zijn, d.w.z Faai is van dec 1931 en Luuk van okt 1932.
Maar er zit een generatie verschil tussen. (Over-)Grootvader Daniël in Zaandam is Faai zijn grootvader
en van Luuk de over-grootvader. Maar Faai is de jongste (van 9 kinderen) zoon van de geëmigreerde Daniël
(in 1902). En zijn oudste broer was 25 jaar ouder.
Als cadeau hadden we een groot fotoboek van Holland meegenomen en Faai was daar heel blij en ontroerd
over. Hij had nog nooit een familielid uit Holland ontmoet.
Op de vraag die ik op verzoek van Henk Stroobach stelde: heeft u tante Maartje Offenberg-Plekker ontmoet,
die haar twee dochters in Zuid-Afrika kwam bezoeken in 1939 en die niet terugkon naar Holland omdat de
oorlog was uitgebroken. Antwoordde hij: “Ja, dat weet ik. Ik was toen klein en wisselde mijn gebit.
Tante Maartje heeft toen een tand eruit getrokken, dat zal ik nooit vergeten. Maar verder weet ik daar
niet van, ik was te klein.”
Ewald en Angela vertelden, dat zij op hun reis naar het Krugerpark in een dorpje White River hadden
ontdekt, dat er een houtzaagmolen stond en de eigenaar heette Jan Plekker. Dat moet er een van de
geëmigreerde Willem zijn! Als ze weer die kant op gaan, zullen ze hem een bezoek brengen.
Het bleek dat er geen of weinig kontakt was tussen de nazaten van Daniël en van Willem.
Op de vraag van Henk Stroobach: in welk jaar is Willem geëmigreerd, ook in 1897 of in 1902? Kwam het
volgende verhaal: Willem is in 1897 geëmigreerd tegelijk met Daniël. Maar Willem heeft gewerkt bij de
trein van Pretoria naar Lorenzo. Hij is toen tijdens de Boerenoorlog opgepakt door de Engelsen en die
hebben hem naar Nederland teruggestuurd. De Engelsen waren bang dat hij de
Boeren zou kunnen steunen in hun strijd. Hij is toen in 1902 (einde Boerenoorlog) weer naar Zuid-Afrika
gegaan. Later heeft hij bij een drukkerij gewerkt.
Adrian en Rudolp Plekker wonen in Uitenhage.
Aan Angela heb ik de erwtensoep en de worsten gegeven en verteld hoe je deze Hollandse lekkernij eet.
Het werd dankbaar aanvaard.
We hebben honderd uit gepraat. Ook met Ewald en Leon. Leon moet voor zijn werk met regelmaat naar
Stuttgart en vliegt dan via Frankfurt. Hij zal kijken of hij een keer via Amsterdam kan vliegen.
“Neem dan Ewald en Pierre ook mee?” Dat was een goed idee.
De jongens waren al een keer voor 2 dagen in Amsterdam geweest, maar wisten toen niet waar ze eventuele
familie moesten zoeken, ze waren nog jong toen.
Ewald en Leon hebben alletwee email en toegang tot Internet. Zij zouden een website met stamboom wel op
Internet willen zien. Een familie-website, waar iedereen zijn gegevens aan zou kunnen toevoegen.
We vertellen hoe we aan het kontakt met Pierre zijn gekomen. Ik laat de kaart van Zuid-Afrika zien met
de www.biketourzuidafrika.nl erop aangegeven. Zij staan versteld. Hebben jullie dat met de fiets gedaan?
Niet te geloven.
Pierre en John (zwager van Angela) zijn lekker aan het braaien in de tuin. Naast het zwembad. Op het
tussenterras was een grote tafel gedekt. Daar hebben we heerlijk en heel gezellig gegeten. Oom Faai was
naar zijn vrouw gegaan, om haar niet te lang alleen te laten.
We vroegen nog een kaart te beschrijven voor ons. Die nam hij mee en kwam later met de kaart terug,
voorzien van een prachtige Afrikaans tekst. De anderen hebben hun naam er toen ook onder gezet.
Bij het afscheid van oom Faai zei hij: “weten jullie ook dat we familie hebben in Amerika?”
(Dat moeten we nog uitzoeken, hoe hij dat weet. Onze zoon Wijnand heeft in
Holland, Michigan, USA, Plekkers ontmoet. Wij hebben in Zaandam een keer bezoek gehad van
Amerikaanse Plekkers, via de Oudheidskamer. Maar hebben toen geen gegevens of adressen genoteerd.)
Met Pierre en zijn gezin praten we Nederlands. Maar hier moeten we Engels praten, anders zijn er teveel
hapers.
Pierre had zijn familie (Faai is een broer van zijn vader) al ruim 30 jaar niet meer gezien. Voor het
laatst bij een begrafenis. Voor Carel was het ook de eerste keer dat hij zijn neefjes en nichtjes zag,
net als voor ons.
Na nog een kopje koffie gingen we om 22.00 uur naar Umkomaas terug en waren om 23.15 weer ‘thuis’ en
naar bed. Wat een enerverende dag.
(n.b. Oom Faai lijkt o.i. op vader Jaap Plekker, zijn haar en zijn neus vooral. Ook op tante Trien. Een dochtertje van Ewald lijkt op Maaike, vinden wij.)
zaterdag - 2 juli
Stilte voor de storm. Luuk ging mee wandelen aan het strand. Ik ging kaarten schrijven, 35 stuks.
Hele klus, maar ‘s middags klaar. Luuk heeft ook een paar kaarten beschreven en Pierre heb ik gevraagd
een kaart voor Oom Dik in het Afrikaans te beschrijven. Nog geen zegels.
Lunch met Hollandse zure haring uit een potje van de supermarkt. Pierre vond het lekker.
Ik ging mee naar de Pick and Pay in het naburige dorp, waarvoor Pierre een omweg maakte, zodat ik ook
een stukje ten zuiden van Umkomaas kon zien.
Het is een prachtige omgeving, zo langs de kust.
Het is inmiddels donker geworden vanaf 17.30 uur en het braaien zal wel gauw beginnen als Pierre en
Carel terug zijn van hun wandeling.
We verwachten de eigenaar en vriend, Willem Odendaal, vanavond.
Als Willem tenslotte aankomt is het gedaan met de rust. Hij is heel bedrijvig en druk met van alles en
nog wat bezig. Hij heeft een man mee, Sam, de tuinman van een school in Harrismith, die gaat hem helpen
met bouwen in het weekend. De auto moet eerst worden uitgeladen. Er komen ook, bij de boodschappen die
uit de tassen komen, twee plastic zakken met deeg. Kant en klaar gemengd en gerezen deeg. Om dan thuis
zo in een ‘ketel’ boven de hete kolen van de braai een brood te bakken. Omdat Pierre al met het vuurtje
bezig is, wordt het deeg in een pot op pootjes gedaan en op hete kolen, naast het braaivuur, gezet en
ook nog een paar hete kolen op het potdeksel gelegd. Met ca. 1.5 uur moet het brood gaar zijn en dan met
de braai warm opgegeten. Het was inderdaad erg lekker brood. Alles met elkaar hebben we lekker gegeten.
Willem nam zijn intrek in de slaapkamer die Carel had. Carel verhuisde naar vader Pierre.
En Sam sliep in de kamer bij het beneden terras en gebruikte de buitendouche. Alles prima geregeld.
zondag - 3 juli
- in een ruk naar Bloem terug.
Vroeg op en om 7 uur vertrekken. We hebben het weer gered. (Thuis zijn we nooit vroeg op, daar moet een
goede reden voor zijn!)
We zijn ongeveer dezelfde weg gereden, weer bij Harrismith langs om een pakje op te halen voor de
dochter van Willem die in Bloem studeert. We zijn twee keer gestopt en dan maar erg kort. Pierre wilde
voor donker weer thuis zijn en dat lukte. We waren om 16.00 uur weer thuis.
We hadden veel te vertellen. Het Delfts blauwe kopje viel in goede aarde bij Sandra.
Bij de avondmaatlijd was Pierre weer in touw om te koken. Wat een energie na de hele dag in de auto
gereden te hebben.
In totaal hebben we deze week 2000 km gereden. En wat hebben we veel moois gezien, mooie natuur,
prachtige bergen en vergezichten. Zo veel beleefd dat we niet uitgepraat raken over de dingen die we
hebben beleefd deze afgelopen week. En het bezoek aan Oom Faai was hèt hoogtepunt van deze week.
Pierre heeft alles geweldig georganiseerd!
maandag - 4 juli
- vertrek van Bloemfontein 17.55 uur – naar Johannesburg 18.50 uur
en van Johannesburg met KL 592 om 22.40 uur naar Amsterdam
De laatste dag. Mijn telefoon deed het niet meer sinds we gisteren zover gereden hebben. Was ik ‘buiten
bereik’ geweest? Ik weet het niet. Pierre bracht ons naar het MTM telefoonkantoor.Wel een uur in de rij
gestaan; de medewerker heeft nog gebeld met Treo Zuid-Afrika in Jo’burg, maar het defect moest aan mijn
toestel liggen. Kunt u opsturen naar Jo’burg. Dat maar niet gedaan. Thuis maar weer naar kijken.
Pierre heeft een sms naar Wijnand gestuurd om een taxi te bestellen van Schiphol naar Zaandam, bij
aankomst. Goed afgesproken. Dat is geregeld.
Bij een klein restaurantje naast een auto-wasserij en benzinestation koffie
gedronken en pannekoek gegeten als
lunch.
Thuisgekomen kun je dan toch niet veel meer doen dan wat praten. Sandra was eerder thuisgekomen voor ons
en we hebben onder de citroenboom gezeten. Foto’s gemaakt.
Pierre en Carel hebben ons naar de luchthaven gebracht. Alles liep op tijd. Afscheid genomen.
We hebben een geweldige tijd gehad. Dank je wel, Pierre !