Vervolg Archief

WIRDUM of Wierdsheim, d., prov. Friesland, kw. Oostergoo, grietenij Leeuwarderadeel, arr., kant. 1 1/4 u. Z. van Leeuwarden. Het is het aanzienlijkste deel der geheel grietenij. Men telt er in de kom 680 inw., en met de daartoe behoorende b. Wijtgaard, 174 h. en ongeveer 1130 inw., die meest in den landbouw en vooral veeteelt hun bestaan vinden, daar de omtrek voortreffelijke weilanden bevat. De Hervormden, die er 690 in getal zijn, onder welke 180 Ledematen, maken eene gem. uit, welke tot de klass. van Leeuwarden, ring van Wirdum, behoort. De eerste, die in deze gem. het leeraarambt heeft waargenomen, is geweest Vincent Plekker, die in het jaar 1584 herwaarts kwam, en in het jaar 1614 emeritus werd.

Predikanten Friesland: register Romein 

M.H.H. Engels, november 2005

Uit T.A. Romein, Naamlijst der predikanten sedert de Hervorming tot nu toe in de Hervormde gemeenten van Friesland (Leeuwarden 1876)
Plecker: Abraham, Vinc.z. 157 •
Plecker: Gualtherus Danielis 159 •
Plecker: Stephanus Vincentii, Vincentz. 176 289 •
Plecker: Vincent 154 350 •
Plekker: David, Vincentz. 181 474 •
Plekker: Stephanus Vincentii, Vincentiusz. 176 289 •
Plekker: Vincent 154 350 •
Lijst van Predikanten
Naamlijst der predikanten welke in de dorpen Reitzum,Genum en Lichtaard in't gemeen genoemd de "Vlieterpen" en met elkanderen eene Hervormde Gemeente uitmakende sedert de Reformatie het Evangelie verkondigd hebben zijn:
1605   (2)David Plekker alhier predikant en is overleden 1636.-Denkelijk een zoon van Vincent Plekker eerste predikant te Wirdum .- Tot hiertoe was Genum nog met beide andere dorpen niet gecombineerd. Alwaar te Genum lijkt mogelijk 1567 Holdoreus Urionius stond,die bij Menso Poppius onder de gebanne leeraars geplaatst wordt en opgegeven wordt te Janum gestaan te hebben. Hoe dit zijn moge in 1607 den 13 April is Genum met de andere Dorpen gecombineerd.

 

 

 

Uit: Rotterdamsche Courant 5 maart 1803

In het water was omgekomen, aan het vaderland en de zijnen weder gegeven; en aan de anderen kant:

B. van der Meulen, heeft in den jare 1802 de Gouden medaille verdiend en van de Maatschappij te Amsterdam 1767 opgericht, ontvangen, voor het redden van den Drenkeling omringd met een Lauwerkrans.

Ter zake hij op den 17 January 1802 een dochtertje, toebehorende aan den Burger Bonse Pieters, oud vier jaren, welk kind ongeveer een half uur onder het ijs in het vaarwater het Vliet genaamd, op den grond had gelegen en door den Burger Oene Geerts Plecker, ook woonachtig aan het Vliet buiten Leeuwarden, met een lange schippershaak, met gevaar zijns levens, van onder het water heeft opgevist, welk kind van alle aanschouwers voor dood wierd gerekend, door hem Bouwe van der Meulen, die het geween der ouderen zich ter harte nam, het kind in zijne genever-branderij bragt en aldaar met de uiterste vlijt bewerkstelligde, al hetgeen hij, van de konst om drenkelingen te redden, wist; zijne yver wierd ook niet onbeloond, want na een uur gewerkt te hebben bespeurde men een flauwe blijk van leven; dit spoorde hem aan zijne vlijt te verdubbelen, dat tot gevolge had, dat hij het kind, levend, zijne ouders ter hand stelde, die met tranen van dankbaarheid, dien mensenvriend beloonden.

Het Departementaal bestuur van Friesland heeft ook geoordeeld dat Bouwe van der Meulen en Oene Geerts Plecker, vielen in de term van een Publikatie van de voormalige Staten van Friesland, dato 10 january 1769. En heeft dus aan den eerste, boven de kosten, ter hand gesteld tien ducatons en aan den laatsten insgelijks tien ducatons, ter aanmoediging aan anderen, om deze zich zo verdienstelijke Burgers, in diergelijke of andere gevallen na te volgen.  


G.M.M.Plekker-van Sante

HOME