"Plekker" betekent mogelijk "vilder" of "stukadoor"
Volgens het Verklarend woordenboek van de familienamen in België en Noord-Frankrijk komt deze beroepsnaam voor het eerst voor in Brussel in de 14e eeuw.
Bron: J.B. Glasbergen: Beroepsnamenboek - Uitg. L.J.Veen, Amsterdam/Antwerpen 2004

-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-

Procuratie

Op den 3e October 1743 en volgende dagen compareerden voor Jacob Pet notaris tot Zaandam in ’t bijzijn van de nabeschreven getuijgen: ……
Alle eijgenaars van broodbakkerijen in de bannen van West- en Oostzaanen resp. en op zeer weijnige na alle tegelijk broodbakkers aldaar zoo voor haar selven als ook de rato caveerende en innestaande voor de verdere meede geintersseerden in alle de verdere broodbakkerijen die in de opgemelte bannen van Oost- en Westzaanen respectieve gevonden werden.
Dewelke verklaarde uijt de haare te hebben gecommitteert en bij deesen gequalificeert Jacob Klaasz. Buijs en Jacob Dirkz. Backer beijde eijgenaars van broodbakkerijen en broodbakkers woonende te Westzaandam en Gerrit de Jongh, meede eijgenaar van een broodbakkerij en broodbakker woonende te Oostzaandam
Specialijk omme in den name van ende van weegen haar comparanten request te presenteeren aan haar Ed. Gr. Mog. de heeren Staten van Holland ende Westvriesland  ten eijnde het getal van broodbakkerijen ieder op desselfs dorp in allen gevallen niet meerder nog hoger mogte aangroeijen dan het teegenwoordigh is, namelijk te Westzaandam 26, te Oostzaandam 27, te Westzanen 15, te Oostzaanen 8, op de Koogh 7, te Zaandijk 4, te Wormerveer 8, te West-Knollendam 1, ende ten dien eijnde soodanige rosolutien te neemen als de geconstitueerde middelen te beramen tot de uijtvoeringe van ’t gunt voors. is sullen oordelen noodigh & dienstigh te hebben en daartoe een procureur en advocaat te mogen emploijeeren en verders alles te doen en te verrigten wat maar eenigsints nodigh en vereijscht zal werden en zij comparanten selfs present sijnde zoude kunnen ofte mogen doen; alles met maft va substitutie en beloften van approbatie en ratificatie gelijk ook geapproeert werd het geenen reets door de geconstitueerden is gedaan en verrigt onder verband als naa  regten.
Aldus gepasseert in ’t bijsijn van Cornelis Couwenhove en Klaas Bensis als getuijgen.

Onder de vele handtekeningen Pieter Plekker

 

Generaale procuratie ad lites, door een persoon gepasseert.

Art. 9

Heden den tweden April A. 1767  compareerde voor mij Hermanus Ploegstert, Notaris Publiecq, bij den Edele Hove van Hollandt geadmitteert, te Zaandam residerende en voor de getuijgen nagenoemt:

Hr. Pieter Plekker, woonende te Oostzanen, aan mij notaris bekent, dewelke verklaarde op de kragtigste en bestendigste wijsen te constitueren ende volmagtigh te maaken, sulks hij doet bij desen, De Heer Jacobus Spruijt, procureur in ‘s Hage, generalijk oome uijt  name ende van wegens hem comparant te compareren voor zoodanige hove, gerechten of vierschaaren, daar ‘t van nooden weesen zal egeene uijtgezondert, ende aldaar zijn comparants goet recht op ende jegens alle ende een ieder, soo eijsschende als verwerende voor te staan en te defenderen alle dagen en termijnen van regten waar te nemen en te observeren, sententien of vonnissen te verzoeckken, die ten voordeelen bekoomen hebbende, ter executie te stellen, van de nadelige te appelleren of reformeren en in cas de appel of reformatie ten uijteijnde toe te vervolgen, te laten citeren, interdiceren, arresten op perzonen, goederen en gelden te moogen doen, die te beklagen, oock wederom te ontslaan en wijders alles meer te doen en verrigten, dat hij comparant allomme selfs prezent zijnde, zoude konnen of moogen doen; alles met magt van substitutie en belofte van approbatie en ratificatie van ’t genen bij den geconstitueerden of zijn gesubstitueerden uit kragte deses zal werden gedaan en verrigt, onder verbandt als naar rechten.

Dat aldus passeerde ten comptoire mijns notaris in presentie van Cornelis Korthals en Jan de Vos als getuijgen.

 

 

Op 15 Augustus 1775...

N.b. betreft de akte van 15 augustus 1775 - waarin Pieter Plekker en Aagje Boon een verklaring afleggen inzake de verkoop van een bakkerij. Waarschijnlijk heeft Jacob Sneek in 1766 voor 1000 gulden een bakkerij gekocht van Jan van Scharwoude. Aangezien Jacob niet voldoende geld had is Pieter Plekker als koper opgetreden en heeft de helft van de prijs voorgeschoten. Nu de bakkerij weer is verkocht (voor 2000 gulden?) vordert Pieter een gedeelte van de opbrengst. De schout houdt de uitbetaling echter tegen en eist 500 gulden voor gemaakte kosten.

Op heden den vijftienden Augustus in den jare seventien hondert vijf en seventig compareerden voor mij Gerrit Swart, openbaar notaris bij den Ed. Hove van Holland geadmitteerd te Zaandam residerende, in praesentie van de natemelde getuigen:
Pieter Plekker en Aagje Olphertse Boon egteluijden woonende te Oostzaanen, mij notaris bekend,
dewelke ter requisitie van de Ed. Agtb. Heeren Burgemeesteren, Scheepenen en Vroetschappen van Oostzaandam en ten dienste van de justitie voor de opregte waarheijd verklaarden dat tusschen Jacob van Sneek en hem eerste getuijge met opzigte tot het aan hem Jacob van Sneek verkogte huijs en bakkerij van Jan van Scharwoude in den jaare 1766, deeze volgende omstandigheeden zijn voorgevallen.
Dat Jacon van Sneek op een Maandag avond voor de verkooping van gem. bakkerij is gekoomen ten huijze van hun getuijgen en heeft gezegt, dat hij wel zin had om dezelve bakkerij te kopen, en door hem getuijge gevraagd zijnde hoeveel hij er wel voor zoude willen besteeden, geantwoord heeft, dat hij er wel veertien, vijftien a zestien hondert guldens voor geeven wilde, dog dat zijn beurs niet zoo groot was, maar als hij eerste getuijge er de helft van het geld op wilde houden, dat hij er dan zin in had en dat het dan het zelve was off hij dezelve kogt off hij eerste getuijge. Waarop hij eerste getuijge gezegt heeft dat hij dat wel doen wilde.

Verklaarende hij eerste getuijge wijders alleen dat hij daarop dezelve bakkerij heeft gekogt voor duijzend guldens en den naam van den kooper in blanco volgens gebruijk te Oostzaanen opgegeeven; zijnde vervolgens immediaat naa dezelve verkoop door gem. Jacob van Sneek uijt de kamer geroepen en gevraagd: hoe moet ik die bakkerij nu hebben; dat hij eerste getuijge daarop heeft geantwoord: voor t zelve geld als dezelve was gekogt en op de voorheen bepaalde conditie dat hij er de helft op zoude houden; dat gem. Jacob van Sneek daarin heeft geconsenteert & daarop met hem getuijge des anderen daags is gegaan naa de secretarij en met denzelven dien koop voor Jacob van Sneek heeft aangegeeven, waarop dan dezelve ook aanstonds possessie van dezelve bakkerij heet genoomen.

Verklaarende hij 1e getuijge al verder dat op den zelven avond naa dat gem. bakkerij was verkogt den Schout Roothaar teegen hem heeft gezegt dat hij nu wel wist, dat dat geld voor gem. bakkerij hem getuijge toekwam, dog dat hij hetzelve niet eer konde krijgen tenzij dat hij alvoorens had betaald hondert ducaten off vijff hondert guldens voor de kosten; dat hij getuijge eenige dagen daarnaa te Amsterdam daarover hebbende geadvisseert, en verstaan dat hij daartoe ongehouden was (en) vervolgens arrest op die kooppenningen heeft laten doen.

Wijders verklaard hij eerste getuijge dat hij nooijt geteekend heeft een briefje behelzende dat van het geld van de verkogte bakkerij vijff hondert gulden aan den Schout Roothaar voor de kosten zouden worden gegeeven; dat aan hem wel copij van zodanig een briefje bij het doen der citatie en overleevering copij eijsch tot betaaling van de kooppenningen van gem. verkogt huijs is thuijsgezonden, dog dat hij aan den Procureur Forstenberg immediaat daarop heeft verklaard dat dat briefje valsch was en dat hij zodanig een briefje nooijt had geteekend.

Laatstelijk verklaard zij tweede getuijge alleen dat zij voor de begonnen proceduures over de voorsz. zaak aan den voorn. Schout Roothaar heeft gepresenteerd die hondert guldens met bijvoeging dat, schoon zij dat niet schuldig was, zij egter tot voorkooming van verdere moeijelijkheeden en proceduures dit geld aan hem zoude geeven, dog dat toen gem. Schout met dit bod niet is tevreede geweest en, er een Scheepen Pieter Rep genaamd bij geweest zijnde, heeft geantwoord: de volle vijff hondert gulden moeten er weezen, en dan moet je nog al wel tevreede zijn, waarop zij getuijge geantwoord heeft: wel dat is een schoone negotie van de twee duijzend guldens vijff hondert te krijgen; alles met deeze off diergelijke woorden in zin en substantie op het zelve uijtkoomende.

Geevende zij getuijgen voor reedenen van weetenschap als in den text en zijnde bereijd het gedeposeerde met solemneele eede te bevestigen.
Gepasseert te Zaandam in presentie van Robertus de Vries en Willem Balthasar als getuijgen.  

 

Op 20 Meij 1776 zijn Pieter Plekker  en Olphert Plekker getuigen bij een treurige geschiedenis aangaande Trijntje Olpherts Boon (zuster van de vrouw van Pieter Plekker). 

Zaandam inv.6070 akte 79

Op heden den twintigsten Meij in den jaare seventien hondert ses en seventig compareerden voor mij Gerrit Swart, openbaar notaris bij den Ed. Hove van Holland geadmitteert, 't Zaandam resideerende in praesentie van de na te melde getuijgen
Hermanes Gerritsz Voet, Teunis Cornelisz. Boker, Pieter Plekker en Olphert Plekker, getuigen van competenten ouderdom wonende te Oostsanen, dewelke ter requisitie van Trijnthe Olpherts Boon, huisvrouw van Willem Hottentot, en ten behoeve van degene welke zulks verder zoude kogen aangaan, voor de opregte waarheid verklaarde, gelijk zij Trijntje Olpherts Boon ten desen mede comparerende heeft geaffirmeerd,
en wel eertelijk affireerde zij affirmante en reqnte alleen, dat zij zig in den jaar 1773 met gem. Willem Hottentot in den huwelijken staat hebbende begeven zedert die tijd door denzelven bijna dagelijks zo dronken geweest zijnde, dat hij zijne affaire niet heeft konne waarnemen, zodanig is midhandeld geworden, dat zij haar leven bij denzelven in de grootste jammer en ellende heeft doorgebracgt; hebbende hij haar affirmante en reqnte geslagen, geschopt en door de ijzelijkste dreigementen vergezelschapt met schrikkelijke vloekwoorden zodanig bij continuatie ontsteld, dat zij bijna geen avond na bed is gegaan zonder de grootste vrees en bekommering, dat hij haar 's nagts zoude vermoorden.
En verklaarden wijder zij eerste en tweede getuigen Hermanes Voet en Teunis Boker dat zij op een zondagavond in den maand Februarij van dit jaar (zonder dat zij getuigen den preciesen dag hebben onthouden of daaromtrent willen bepaald zijn) voorbij het huis van gem. Willem Hottentot gegaan zijnde, hebben gehoord dat daarin een ijzelijk geweld wierd gemaakt, roepende de affirmante en reqnte t' geen zij affirmante en reqnte nu mede verklaard, luidkeels buuren staat bij, mijn man wil mij doodslaan; dat zij getuigen daarop in hetzelfve huis gegaan zijnde om de affirmante en reqnte te ontzetten en uit het gevaar waarin zij was te verlossen, aldaar de affirmante en reqnte hebben aangetroffen met een bebloed aangezigt en bond en blaeuw om de neus zijnde; zijnde aldaar niemand bij haar geweest dan gem. Willem Hottentot en desselvs kleijne jongen, dewelke dan ook, wanneer de affirmante en reqnte toen aan hun getuigen had verhaald hoe zij door denzelven haare man was geslagen en mishandeld, hetzelve niet heeft ontkend, t 'geen de oirzaak is geweest dat zij eerste en tweede getuigen daarop immediaat na het huis van den derden getuige Pieter Plekker zijn gegaan en aan denzelven (t'geen hij derde en vierde getuige nu mede verklaren) ..... hebben verhaald wat voor eene ontmoeting zij bij en in het huis van gem. Willem Hottentot hadden gehad met bijvoeging dat er iemand uit de familie haar moest komen ontzetten, want dat gem. Willem Hottentot haar anders dood zoude staan of . . . met dese en diergelijke op hetzelve uitkomende woorden.
En verklaarde wijder zij derde en vierde getuige Pieter Plekker en Olphert Plekker dat zij daarop wel na het huis van gem. Willem Hottentot zijn gegaan, dog dat toen dit leven en gepleegd geweld al over was, hebbende gem. Willem Hottentot zig geabstineerd om de affirmante en reqnte in presentie van hun getuigen verder te mishandelen.
Laatstelijk affirmeerde zij affirmante nog alleen dat zij van gem. Willem Hottentot is afgegaan en deszelfv huis, tafel en bijwoning heeft verlaten niet alleen met zijn volkome consent, maar zelvs op zijne nadrukkelijke order als gedeclareerd hebbende van haar te willen separeren en dat zij affirmante en reqne ook met deszelvs volkome consent het grootste gedeelte van haar meubilaere en andere roerende goederen welke zij ten huwelijk had aangebragt uit zijn huis wederom heeft genomen en in het huis waarin zij affirmante en reqnte tans is gaan wonen gedaan transporteren, nadat gem. Willem Hottentot tegen haar had gezegty (t'geen zij derde en vierde getuigen mede verklaren toen ter tijd van denzelven te hebben gehoord) dat zij moest maken dat zij op een dag verhuisde.
Gevende zij affirmante en getuigen voor redenen van wetenschap hun en .... gedeposeerde zulks alzo te hebben gehoord, gezien en bijgewoond en ondervonden en voorts als in den text bereid zijnde hetzelve des gerequireerd met sollemnele eede nader te bevestigen,
Gepasseert te Oostzaanen in praesentie van Jan Gaaff en Nanning Bas als getuijgen.

Op 11 Augustus 1776 over broodbackerij van Pieter Plecker:
Op huijden den elfden Augustus 1776 compareerde voor mij Dirk van Bork, notaris bij den Ed. Hoove van Holland geadmitteerd te Oostsaane resideerende, in praesentie van de nabenoemde getuijgen

Jan van Scharwouw, wonende te Oostsaane, mij notaris en getuijgen bekend, zijnde de comparant van competente ouderdom, dewelke in faveure der waarheijd en ter requisitie van den Heer Claas Roothair meede woonende te Oostsaane, verklaarde waar en waaraftig te weeten, dat de comparant in den jaare 1762 van Pieter Plecker te Oostsaane voorn. woonagtig, omme en voor de summa van drie duijsent guldens in koop hadde aangestaan een huijsing en erve staande en geleegen in ’t Zuid Eijnde van Oostsaane meergem. en zijnde geappropriëerd tot een broodbackerij, en dat wel op deese speciaale conditie dat hij Pieter Plecker, aldaar verkooper, geduurende dat hij comparant als broodbacker in ’t gedagte huijs zoude fungeeren, geene broodbackerij binnen de dorpe van Oostsaane zoude moogen opregten, veel min in ’t gem. dorp eenige backersneeringe hanteeren of exerceeren, dat des niettegenstaande gem. Pieter Plecker hadde kunne goedvinden een andere broodbackerij te Oostsaane te koopen en te exerceeren ofschoon hij comparant zig heeft geaddresseert aan hem Pieter Plecker en hem de onredelijke handelwijze gezegt hebbende, was zulks egter vrugteloos en tevergeefs zoodat hij Plecker met die zijne handeling is voortgevaren.
Ende alzo alle ’t voorsz. in substantie de zuijvere waarheijd behelst, zoo geeft de declarant voor reedenen van weetenschap alle ’t voorgem. nog in goede geheugenis te hebben en voorts als in den text bereijd zijnde het gedeclareerde desnoods en daar toe versogt werdende met solemneele eede te sterken.
Aldus gepasseert te Oostsaane in praesentie van Frederick Eekhoff en Pieter Jacobse Booker.

 

Nr. 215 - Inventaris beneden ƒ 300 - Art 63

Inventaris van den gemeenen boedel en goederen met er dood ontruijmd en nagelaten bij Dirk Plekker, te Oost Zaanen
overleden den 2 October 1785.
Gemaakt en beschreven ten verzoeke van Pieter Plekker, Jarig Kuijper, Cornelis Hooij en Hendrik Brat in qualiteit als bij weesmeesteren der banne Oostzaanen den 8 October 1785 gestelde voogden over zijn vier minderjarige kinderen met namen Pieter, Aagje, Duijfie en Dirk Plekker, in huwelijk verwekt bij wijlen Grietje Jarigs Kuijper.
En is den inventarisatie geschied volgens de opgave van des overledens nagelate weduwe Aaltje Boom, met wien den overledene in gemeenschap van goederen is getrouwd geweest, en op den 27 October 1785 door mij Albert Booker, openbaar notaris bij den hove van Holland geadmitteerd, te Zaandam resideerende, in geschrifte gesteld in voegen en manieren als volgt.

Namentlijk
Een huijs en erv zijnde een broodbakkerij met deszelvs gereedschappen staande en gelegen te Oostzaan in de Kathoeken belent ten Zuiden Jan Walst, ten Noorden de Heer Jacob van Heijningen.
Tarwe
Rogge
Meubelen & in t kamertje (lijst)
Inde gang (lijst)
In t middelend (lijst)
Mans kleederen (lijst)
Vrouwe kleederen (lijst)
Goud (lijst)
Zilver (lijst)
Linnen (lijst)
Te goed zijnde gelden

werd gerefereert tot de daarvan te maken notitie en 't geen deswegens zal inkomen om bij rekening te verantwoorden en dus alhier genoteerd Pr memorie.

Schulden & lasten des boedels
Aan Pieter Plekker ƒ.  1054. 5. 8
  Jacob Joosting ƒ.  1150.18.-
  Gerrit Mulder ƒ.      80.-
  J. Manaorij & zoon ƒ.      50.12.-
  Dirk Booker ƒ.      91. 4. 8
  Goze Wijttes ƒ.      81.-

En t geene nog verder mogt voorkomen, t welk bij rekening zal worden verantwoordt, en dus alhier genoteerd Pr. memorie.
Aldus geinventariseert en beschreven zoals in den hoovde deses is gemeld, verklarende de rendante op desen inventaris te hebben gebragt en doen beschrijven alles 't gene haares wetens tot den gemenen boedel van haar en haren overleden man in     behoud of con   rende is, zonder iets te hebben verzwegen of ten quade trouwe agtergehouden, of quit en     loos te zijn ge    den.
Praesenteerende de deugdelijkheid harer aangeving ten allen tijde des ge   gt met solemneele eede te bevestigen.
Reserveerende t regt van ampliatie.
En is dese gesloten en ondertekent in praesentie van Gerrit Metzelaar junior en Klaas Valentijn als getuigen.
(ook ondertekend door) Aaltjen Boom

 

Op 18 Augustus 1786 testament Pieter Plekker:
Testament van echtelieden beneeden de f. 2000.- gegoed en waarin geen fidei commis.
Nr. 557
Op den 18 Augustus 1786 compareerden voor mij Hendrik Christiaan Gobel, notaris bij den Edelen Hove van Holland geadmitteerd, te Zaandam, resideerende
Pieter Plekker en Aagie Olphersz. Boon, bejaarde echtelieden woonende te Oostzaan, beijden bekwaam en genegen om van en over hunnen na te laten goederen te disponeeren.
Dewelke verklaarden na vernietiging van alle vorige actens kragt van uijterste wille hebbend elkander, en dus de eerststervende de langstleevende van hun beijden te noemen en te institueeren tot eenige en universeele erfgenaam met het volste regt van erfstellinge, egter met last om de kind of kinderen die de eerststervende zal nalaten behoorlijk op te voerden en groot te maaken tot dezelve mee( r )derjarig of gehuwd zijn en dan zodanig uijttezetten of te huwelijk mede te geeven als de langstleevende naar den staat des boedels zal oordeelen te behooren alles ter voldoening ten minsten in afkorting van de legitime portie de kinderen na regten in de nalatenschap der ouders competeerende en waar in de eerststervende deselve en bij vooroverlijden ieders zaad in des verstervend plaatse tot mede erfgenaamen steld.
Wijders qualificeert de eerststervende de langstleevende der testateuren tot eenige voogd ofte voogdesse over desselvs na te latene minderjarige kinderen en erfgenaamen en tot administrateur of administratrice van derzelver in kragt deses te verkrijgene goederen met magt van adsum(ptie) en surrogatie tot zoo lange zulks vereijscht zal werden en onder eerbiedige uijtsluijting van de weeskaamer der banne Oostzaanen ofte ter plaatse des sterfhuijses.
Laatstelijk verklaarden de testateuren aan zig te behouden de vrijheijd en ’t vermogen om dezes dispositie voor
notar(is)  of onder hunne particuliere handtekening met legaten zodanig te vermeerderen verminderen en weder te veranderen als zij te raden worden zullen, willende dat al het geent daarvan zal blijken van zodanige kragt zal zijn als of ’t zelve hierin woordelijk was vervat.
’T welke na duijdelijke voorleesing de testateuren begeerden dat als testament of codicil zal werden agtervol(g)d en nagekomen.

Gepasseerd te Oostzaan ten huijze der testateuren in praesentie van Garbrand Klok en Pieter Koel als getuijgen hier toe verzocht.

Dit merk X is gesteld bij de testatrice door zwakheid niet kunnende schrijven.

Op 30 April 1806 testament Pieter Plekker
Handtekeningen testament van Pieter Plekker en Sibbeltje Dral,
opgemaakt voor notaris Albert Booker te Zaandam op 30 April 1806.

Koopcontract 10 Mei 1834

Voor Jan Poorte D’ozij openbaar notaris in Zaandam provintie Noord-Holland residerende, is gecompareerd

De Heer Pieter Latenstein, zonder affaire, wonende te Zaandam, kanton twee, in den Noord

Dewelke onder belofte van vrijwaring voor alle evictien, substitutien, hijpotheken en andere hoe ook genaamde storenissen verklaarde verkocht te hebben en mitsdien af te staan en te transporteren, renuncieerende van alle regt, aan Dirk Plekker, pelder, wonende te Koog aan de Zaan, kanton Zaandam, numero een, mede comparenrede en deze koop en cessie accepterende

Een huis en erf geteekend numero 52, op het kadaster bekend Sectie B numero 635a staande en gelegne te Koog aan de Zaan voornoemd.

De Heer verkooper is dit perseel aanbedeeld bij scheiding de gemeenschap en nalatenschap zijner overledene echtgenoote Mejuffrouw Guurtje Heijnis blijkens acte op den vier en twintigsten maart laatstleden voor mij notaris en getuigen gepasseerdt, daarna geregistreerd zijnde dit perseel vroeger te zijnen name overgedragen bij proces-verbaal van publieken verkoop op den negenden junij achttien honderd zeven en twintig voor den notaris Dirk Donker en getuigen te Koog aan de Zaan verleden, daarna geregistreerd en overgeschreven ten kantore der Hijpotheken te Haarlem den twaalfden julij daaraanvolgende, deel zeven en dertig, numero drie en twintig.

Zijnde partijen geene meerdere titels van aankomst of bewijzen van eigendom bekend.

En dat alles met zoodanige heerschende en lijdende servituten, ordres van paden, bruggen, dijken en dammen als het verkochte heeft en tot heden toe bij den Heer verkooper gebruikt en gepossideerd is, volgend de oude brieven en bescheiden, welke daarvan zijn mogten, en zulks voor de somme van vijf honderd guldens die de verkooper op het teekenen en passeren dezes erkende ontvangen te hebben, den kooper alzoo finaal en absolut daarvoor quiterende.

Het gekocht staat en ligt van heden af voor rekening en risico des koopers, die hetzelve dadelijk zal kunnen aanvaarden mits met en sedert den eerste mei dezes jaars daarvan betalende alle de Rijks-, dorps-, polder- en andere belastingen en omslagen, die het gekochte reeds subject is of in het vervolg zoude mogen worden.

De kosten dezer acte, die der zegels, registratie en transcriptie zullen door den kooper moeten worden gedragen en betaald.

Waarvan acte onder wederzijdsch verband als naar regten is gepasseerd in Zaandam ten kantore mijns notaris in tegenwoordigheid van Pieter Zwart en Jan Zwart Pieterszoon beiden zeilenmakers en binnen deze stad woonachtig als verzochte getuigen, den eerste mei achttienhonderd vier en dertig.

En hebben de comparanten met de voornoemde getuigen en mij notaris de minute dezes, welke onder mij is berustende gebleven, na gedane voorlezing onderteekend.

Geregistreerd te Zaandam den tienden Mei achttien honderd vier en dertig, deel vijf en twintig, folio honderd twee en negentig recto, vak zes, houdende twee bladen zonder renvooijen.

Ontvangen voor regt van koop twintig gulden uitmakende met de acht en dertig opcenten: zeven en twintig gulden zestig centen.

De ontvanger

 

Op 28 april 1841 heeft in de Gemeente Koog aan de Zaan
Dirk Plekker - beroep pelder - oud vier en dertig jaar, wonende alhier
numero twee en vijftig - heeft verklaard dat op 26 april in de namiddag
ten 1 uren in het huis staande aan de Lagendijk
is geboren een kind van het mannelijk geslacht, uit zijn echtgenote Maartje Louwen, van beroep geen,
wonende mede aldaar
welk kind zal genaamd worden WILLEM
Verklaring is opgemaakt in tegenwoordigheid van 2 getuigen op verzoek van de vader.
met handtekening Dirk Plekker - getuigen - en ambtenaar Evert Smit

Op 8 mei 1843 heeft in de Gemeente Koog aan de Zaan
Dirk Plekker - beroep pelderknegt - oud zes en dertig jaar, wonende alhier
numero twee en vijftig - heeft verklaard dat op 5 mei in de namiddag
ten 3 uren in het huis staande aan de Lagendijk
is geboren een kind van het mannelijk geslacht, uit zijn echtgenote Maartje Louwen, van beroep geen,
wonende mede aldaar
welk kind zal genaamd worden DANIEL
Verklaring is opgemaakt in tegenwoordigheid van 2 getuigen op verzoek van de vader.
met handtekening Dirk Plekker - getuigen - en ambtenaar Simon Dekker

Koopcontract van 14 februari 1845

Nummer 28 - Koopcontract

Op den veertienden Februarij achttien honderd vijfenveertig verscheen voor Dirk Donker, notaris in het Arrondissement Haarlem, provincie Noord Holland, residerende te Zaandijk, in tegenwoordigheid der na te noemen getuigen:
Dirk Plekker, pelder, wonende te Koog aan de Zaan, dewelke verklaarde verkocht te hebben onder vrijwaring, overeenkomstig de wet, en dienvolgens bij deze in eigendom af te staan aan Arend Altink, arbeider wonende te Koog aan de Zaan, dewelke ten deze mede verschenen zijnde verklaarde gekocht te hebben en mitsdien bij deze in koop aan te nemen:
Een huis, geteekend Nummer 52, en erf staande en gelegen te Koog aan de Zaan aan den weg en Zaan, bij het kadaster bekend in Sectie B met Nummer 635a, gemeten op twee roed tachtig el.
Waarvan de verkooper eigenaar is krachtens koopcontract op den eerste Mei van het jaar achttienhonderd vierendertig voor den notaris Jan Poorte D’ozij dientijds residerende te Zaandam en getuigen gepasseerd, geregistreerd aldaar, en overgeschreven ten kantore der hypotheken te Haarlem den vijftienden September deszelfden jaars in deel eenennegentig Numero twaalf.

Deze koop en verkoop is geschied voor de somma van zes honderd vijfentwintig gulden, welke kooppenningen op het verlijden dezer akte door den kooper zijn voldaan zoo als de comparant verkooper dan ook verklaard de koopsom te hebben ontvangen en den kooper daarvoor bij deze volledige kwijting te verlenen en wijders in den voorwaarden:
Ten eerste. Dat de kooper het gekochte zal overnemen zoodanig als het zich bevindt en geconstitueerd is, met deszelfs regten en vrijheden, lasten en erfdienstbaarheden zoo als het door den verkooper en vroegere eigenaars is bezeten geweest volgens de oude titels en bewijzen van eigendom, welke voor zoover ze voorhanden zijn, aan den kooper zijn ter hand gesteld.
Ten tweede. Dat het voorschreven perceel door den kooper dadelijk zal kunnen worden aanvaard en alle lasten en belastingen, hoe ook genaamd, waarmede het bezwaard is of in het vervolg belast mogt worden, voor zijne rekening komen van de eerste Januarij dezes jaars af.

Waarvan Akte.

Gedaan en verleden te Zaandijk ten kantore van den notaris in tegenwoordigheid van Simon Heinis, makelaar en Hendrik van ’t Loo, dorpsdienaar, beide wonende te Zaandijk als getuigen.
En hebben de comparanten en de getuigen, allen aan den notaris bekend, onmiddellijk  na voorlezing met den notaris deze minute alhier getekend.
Kadastrale plattegrond Koog aan de Zaan, 1885.

Eigendom van Dirk Plekker (1806 - 1888) is het perceel 635a, gelegen aan de weg en de Zaan. Verkoop 14 02 1845.

Daarna heeft Dirk Plekker in eigendom persceel 535. Van de weg gescheiden door een wegsloot en bereikbaar met een bruggetje. (hij steekt, bij wijze van spreken, over de sloot naar zijn nieuwe huis)

n.b.De percelen zouden ongeveer op de hoogte van het huidige Zuideinde en de Leliestraat te Koog aan de Zaan zijn gelegen.

Noot van de onderzoeker:

Het op Dirks naam gestelde blad kadaster Koog aan de Zaan nr. 363 met de bezittingen uit de periode 1832-1875. In 1840 bezit hij 58 are 20 centiare, nl. een huis en erf onder nr. B 635a, en 3 percelen moeras, hooiland en weiland. Rond 1845 wordt het huis verkocht en een nieuwe woning aangeschaft onder nummer B 535. Door aankoop van nog meer weiland, hooiland en moeras bereikt zijn bezit in 1854 zijn grootste omvang met 4 ha, 30 are en 40 ca. Nadien worden de landerijen weer van de hand gedaan totdat in 1872 alleen woonhuis en erf  (4 are en 50 ca) overblijven. Op het overzicht van na 1875 wordt alleen dit perceel vermeld.

Op 28 augustus 1849 testament Dirk Plekker:
Voor Jacob Dozy, notaris van het arrondissement Haarlem, standplaats hebbende te Zaandam, is verschenen
Dirk Plekker, aan mij notaris bekend, van beroep pelder, wonende te Koog aan de Zaan, nummer 55.
Dewelke bekwaam en genegen zijnde om over zijne na te laten goederen bij testament te beschikken, zijnen wil dienaangaande vooraf zakelijk aan mij notaris buiten de tegenwoordigheid der getuigen heeft opgegeven, waarvan ik het opstel heb doen schrijven in de volgende bewoordingen.
Vooraf verklaart de testateur te herroepen en te vernietigen al zijne voorgaande testamenten en andere acten van uitersten wil, wanneer en op welke wijze ook gemaakt en verleden. En alzoo bij deze geheel op nieuw disponerende, verklaart hij erflater:
Ingeval zijne tegenwoordige echtgenoot Maartje Louwe hem mogt overleven, als dan dezelve zijne echtegenoot te benoemen en te stellen tot zijne erfgenaam, en zulks van alles waarover hij op het oogenblik van zijn afsterven ingevolge de wet de vrije beschikking zal hebben, zonder eenige uitzondering noch voorbehouding, alsmede haar te benoemen tot eenige uitvoerster van zijne uiterste wilsbeschikkingen met alle wettige magt, last en gezag; en in het bijzonder met het regt van bezitneming zijner goederen volgens de wet.
Alvorens van het bovenstaande opstel geschiede heeft de erflater in tegenwoordigheid der getuigen zijnen wil nader zakelijk opgegeven, waarna door mij notaris de vorenstaande uiterste wil is voorgelezen, en na die voorlezing door mij aan den erflater afgevraagd of het voorgelezene zijnen uitersten wil bevat, waarop hij toestemmend heeft geantwoord; welke voorlezing, afvraging en antwoord mede in tegenwoordigheid der getuigen hebben plaats gehad.
Gedaan en verleden ter voornoemde woonstede van de testateur in tegenwoordigheid van Cornelis Janzoon Prins, secretaris der kamer van koophandel en fabrieken te Zaandam en Johannes Leonardus van der Moer, kandidaat notaris, beide binnen evengenoemde stad Zaandam woonachtig als getuigen hiertoe verzocht den acht en twintigsten Augustus achttien honderd negen en veertig des avonds ten half zeven ure.
En heeft de stestateur met de voornoemde getuigen en mij notaris de minute dezes welke onder mij is berustende gebleven, onmiddellijk na voorlezing ondertekend.

Huwelijks akte 15 April 1869 Daniël Plekker

Op 15 april 1869 verschenen in de Gemeente Koog aan de Zaan
Daniel Plekker, van beroep houtzager, oud 25 jaren, geboren alhier doch onlangs in Delft woonachtig, meerderjarige zoon van Dirk Plekker, van beroep pelder en van Maartje Louwen, beiden alhier wonende en
Sijbrecht Leeuwerik, zonder beroep, oud 21 jaren, geboren en wonende te Zaandam
minderjarige jonge dochter van Johannes Leeuwerik, van beroep broodbakker en van Maartje Boon, zonder beroep,
beiden wonende te Zaandam ter andere zijde.
De ouders van de contractanten zijn hierbij tegenwoordig die verklaarden hunne toestemming tot het huwelijk te geven.

En hebben zij tot dat einde aan ons overlegd, vooreerst: de akten waaruit blijkt, dat de
huwelijks aankondiging in de gemeente Delft en Zaandam hebben plaatsgehad en zonder stuiting is afgelopen zoals ook alhier het geval is geweest.
De akten van geboorte van beide contractanten en
het certificaat van voldoening aan de wet op de nationale militie

In tegenwoordigheid van:
Pieter Plekker, van beroep timmerman, oud 31 jaren, wonende alhier, broeder
Aris Ros, zonder beroep, oud 36 jaren, wonende alhier, zwager van den contractant ter ene
Reindert Groot, van beroep broodbakker, oud 37 jaren, wonende te Zaandam, oom van de contractant ter andere zijde en
Cornelis Snuif, van beroep gemeente ontvanger, oud 56 jaren, wonende alhier, goede bekende van de contractanten

En is hiervan door ons opgemaakt, deze akte, welke na voorlezing door ons en de contractanten, met de ouders van de contratanten en de getuigen is ondertekend.

met handtekening :
D Plekker P. Plekker en ambtenaar
Sijbrecht Leeuwerik Aris Ros  
Dirk Plekker R. Groot  
Maartje Louwen C. Snuif  
Johannes Leeuwerik M Boon  

 

Memorie van aangifte der nalatenschap van de Heer Dirk Plekker,  zie volledige tekst   page 2.
overleden te Koog aan de Zaan den 17 de Januari 1888 (de ondertekening):


Huwelijks akte 16 September 1890 Daniël Plekker:

Op 16 september 1890 verschenen in de Gemeente Zaandam ten einde een huwelijk aan te gaan:
Daniël Plekker, weduwnaar van Sijbrecht Leeuwerik, oud 47 jaren, van beroep zaagselschipper, geboren te Koog aan de Zaan, wonende te Zaandam, meerderjarige zoon van Dirk Plekker en van Maartje Louwen, beiden overleden en
Maartje de Vries, weduwe van Christiaan Harmse, oud 40 jaren, beroep geen, geboren en wonende te Zaandam
meerderjarige dochter van Klaas de Vries, timmerman, wonende alhier en van Guurtje Boot, overleden.

Van welk huwelijk de vereischte afkondigingen zonder stuiting hebben plaats gehad op Zondagen, den 31e augustus en den 7e september dezes jares binnen deze gemeente.
Door de aanstaande echtegenooten zijn ons overlegd:
a. hunner geboorte-akten, b. de overlijdens acte van de vorige echtegenoote van de bruidegom, c. de overlijdens acte van den vorige echtegenoot der bruid.

In tegenwoordigheid van:
Willem Plekker Dirkszoon, houtzager, oud 49 jaren, broeder van de bruidegom, wonende alhier
Jan Hoveling, stijfselmaker, oud 57 jaren, zwager van de bruidegom, wonende alhier,
Dirk de Vries, timmerman, oud 42 jaren, broeder der bruid, wonende alhier
Dirk Plekker, pelder, oud 39 jaren, broeder van de bruidegom, wonende te Koog aan de Zaan.

En is hiervan door ons opgemaakt, deze akte, welke na voorlezing door ons benevens de komparanten en de getuigen is getekend.

met handtekening :
D Plekker J. Hoveling en ambtenaar
M de Vries D. de Vries  
W.Plekker Dz D. Plekker  


Uit archief Zaanstad:
Rob Rijkenberg
G.M.M.Plekker-van Sante

HOME