Vakantie 2006 28 augustus – 6 september Kaapstad 6 september – 18 september Johannesburg 18 september – 22 september Bronkhorstspruit 22 september – 1 oktober Bloemfontein 2 oktober weer thuis in Zaandam
Vrijdag 22 september 2006Voor de eerste keer hebben we een busreis gemaakt om van de ene plaats in de andere te komen. Met het Cape Interliner ticket stapten we op de bus, weggebracht en uitgezwaaid door Dick Heijnis. We hadden goed nagedacht bij het kopen van het kaartje en een plaats gereserveerd aan het raampje. Dan kan je leuk veel en ver zien! Wij zijn ingestapt en door het raampje konden we nog net Dick zien en konden we naar elkaar zwaaien tot de laatst mogelijke minuut. De bus zette zich in beweging en zie! We zaten mooi hoog en droog maar ook met de felle zon op ons. Dat hou je niet lang vol. Dan maar even het gordijntje dicht. We reden van Pretoria naar het busstation in Johannesburg. Daar moesten we uitstappen en het wachten op de bus naar Capetown duurde wel lang. Alle passagiers met koffers en tassen stonden opeen gepakt bij elkaar. Eindelijk kwam de bus en we konden weer op ons plekje gaan zitten. Toen we het busstation uitreden bleek de duisternis al te zijn ingevallen en hebben we het gordijntje ook maar weer gesloten. Maar we zaten goed. Er werd omgeroepen dat er met koffie langs gegaan zou worden en dat er dingen te koop waren. We hadden, Hollanders die we blijven, voor eten en drinken gezorgd. Nou ja, eten, snoep meer. Maar het warme kopje koffie ging er goed in. Het was rustig in de bus. De meeste mensen zaten of te lezen of gingen slapen. Het lijkt wel een vliegreis, als je de passagiers ziet. We waren dus wat verlaat en niet om 12h00 maar om 1h00 kwamen we in Bloemfontein aan. Ik had al een paar keer met Pierre ge-smsd zodat hij van onze positie op de weg een beetje af wist. We stapten uit in Bloemfontein en bijna meteen kwam Pierre op ons af. Dat was fijn. Een hartelijk omhelzing was ons deel. De Isuzu stond gereed en we reden al weer gauw weg naar “huis”. Aankomst in Bloemfontein om 1 uur ’s nachts. Moe en afgemat. Het ging goed maar het gaat niet in de koude kleren zitten, zullen we maar zeggen. We zijn meteen naar bed gegaan, zelfde kamer, de kamer van Marique weer, was voor ons.
Zaterdag 23 september 2006Om 9h00 uur opgestaan.
Pierre en Carel waren ook al klaar om met ons naar een ontbijtcafé te
gaan in een nieuw winkelcentrum bij “Maxi’s”. Een pannekoekje gegeten,
lekker. ’s Avonds kwam Sandra
thuis van haar werk aan de Universiteit. Er is een workshop voor
studenten in deze vakantieweek en daar heeft zij het erg druk mee.
Pierre maakte braai en we hebben ook een lekker glaasje vooraf
gedronken.
Zondag 24 september 2006Weer een keer op tijd
op en samen naar de NGKerk in Langenhoven. Er werd ook een kindje
gedoopt. De ouders kwamen hiervoor over uit London England. De jonge
vader bleek een oud-leerling van Pierre te zijn, toevallig. Op groot
scherm werden de teksten van liederen getoond. En ook
(winter)landschappen als plaatjes tussendoor. Daarna met Sandra en
Annemieke naar een Winkelcentrum om nog wat boodschappen te doen.
Annemieke gaat morgen op schoolkamp. De 15 beste leerlingen van de twee
hoogste klassen worden door de school uitgenodigd (getrakteerd) op een
mid-week naar Capetown met een aardig programma. Die middag veel
gepraat met Pierre over de geschiedenis van Zuid-Afrika in samenhang ook
met de komst van Willem en Daniël naar het land in 1897 / 1902. De
aanleg van de trein Pretoria-Maputo. Met de kaart op tafel! ’s Avonds tosti’s
gegeten en veel gepraat met Pierre. Sandra heeft Carel reisvaardig
gemaakt en weggebracht voor een paar nachtjes met vrienden naar een
boeren-’plaats’.
Maandag 25 september 2006Toen we klaar waren om
onze dag te beginnen hebben we thee gedronken met anijsbeschuit. Eerst bij de Universiteit langs waar Sandra al weer vroeg aan het werk is gegaan. Het is een erg groot terrein en Sandra was net niet op haar eigen plek, dus even gezocht waar ze dan wel was. Haar auto moest even naar een garage voor een nieuwe band. Dat hebben wij gedaan! Op dit Universiteitsterrein is ook een conferentie gaande, het is een vakantieweek in Zuid-Afrika, waar neef Roedi met vrouw Hanneke aan deelnemen, zo horen wij. Ik had al een korte tijd e-mailcontact met Roedi dus hoopte dat we elkaar konden ontmoeten tijdens deze vakantie. De afstand naar Uitenhagen (bij Port Elisabeth) en de steden die wij bezochten was echter wel een probleempje.
We passeerden het oude paleis van de president van de Oranje Vrijstaat (tot 1961), vanaf 1985 het Oliewenhuis genoemd, Art Museum. Het museum was gesloten omdat er een nieuwe tentoonstelling werd opgezet, maar we mochten in de tuin wandelen en kijken. Daar stonden veel kunstwerken in de prachtige tuin opgesteld. Veel foto’s genomen. Een van de beelden was van de hand van Father Frans Claerhout, hij is onlangs overleden. Hij is erg bekend hier. Hij schilderde en maakte beelden. Maar bij verkoop gaf hij het geld aan scholen en kinderhuizen. Vorig jaar hadden wij ook al schilderijen van hem gezien bij de fam. Scott en bij Pierre ook een. En was hij onderwerp van gesprek bij onze ontmoeting met prof. Scott. Ook in het oude
centrum van Bloemfontein rondgereden en de fontein gezien, waarnaar
Bloemfontein genoemd is.
Dinsdag 26 september 2006Geen aantekeningen gemaakt. Rustige dag gehouden. Gelezen.
Woensdag 27 september 2006Vandaag erg vroeg op,
en op tijd klaarstaan om te vertrekken. We gaan naar Kimberley, stad van
de diamanten. De diamantmijn zouden we gaan bezoeken, maar daar aangekomen was het dicht wegens renovatie. Wel konden we langs de weg het diepe gat zien waarin de mijnwerkers hadden gewerkt om de diamanten uit de grond te halen. Gewoon in de stad een diep gat met een hek eromheen. We kwamen uit in een Winkelcentrum en omdat het koffietijd was, dat maar meteen gedronken. Met een stuk taart erbij, want dat gaat er altijd wel in. Ook even in de boeken en platenzaak gekeken. Toevallig had ik met Pierre een lijstje gemaakt van Zuid-Afrikaanse muziek en had ik gehoord van een nieuw boek van de dochter van Ingrid Jonker over haar moeder. Dus ik kon gericht zoeken en vragen! Een paar muziekstukjes gevonden, maar twee hadden ze niet in deze zaak maar in het filiaal in een ander winkelcentrum. Daar gaan we dan toch ook even naar toe? Natuurlijk, Pierre vindt het allemaal goed. In het andere
winkelcentrum aangekomen, dat we snel vonden, bleef Luuk in de auto
zitten. Men zou de muziek klaar hebben liggen, dus zo klaar. Maar,
bedacht ik me, nu zijn we in Kimberley in de stad der diamanten en ik
zou wel graag een glimmertje willen zien. Dat zei ik tegen Pierre. Hoe
wil je dat dan doen? Daar is een juwelier,
laten we het daar vragen. Oké. Wij naar binnen. Twee
wat oudere dames staan in de winkel. Een dame vraagt ”Waarmee kan ik u
helpen?” En ik antwoordde “Ik zou graag in Kimberley een diamant willen
zien.” “Juist, wat had u in
gedachten?” Daarop kon ik natuurlijk geen antwoord geven. We reden de stad uit. De weg ging langs het Flamingo Casino en daar aangekomen draaide Pierre de oprit op en reed door tot achter het Casino. Er was geen weg die verder het land in ging. Gedraaid en in het hek op de oprit was een poort open. Daar reed hij in met de Isuzu, voor die wagen heb je geen echte weg nodig om op te rijden. We kwamen te rijden langs een spoorlijn, waar nog een smalle strook naast was. We zagen de flamingo’s en probeerden er zo dicht mogelijk bij te komen. Gestopt en Luuk stapte over de spoorlijn naar de andere kant en kon zo heel goed de duizenden flamingo’s zien en fotograferen die daar in een meer stonden. Het was een ongelooflijk gezicht. Dat moet ook zout water zijn, want daar komen flamingo’s op af. Dank u wel, heer Weenink voor die tip!
We vervolgden onze weg tot we bij het Magersfontein Slagveld and Natuurreservaat aankwamen. Het was al laat tegen 17h00 en het hek sluit al om 18h00, want dan wordt het ook donker. Maar we kunnen doorrijden en rijden door deze prachtige natuur het pad af. Op een punt gaat de weg niet verder en staat er een gebouwtje. Daar parkeren en verder lopen langs een pad naar boven. Bovenop gekomen zagen we het Magersfontein Slagveld. Indrukwekkend. Wat een vergezicht en helemaal vlak. Tijdens de Boerenoorlog hadden de Boeren hier lange loopgraven gegraven en hadden de soldaten zich daarin verschanst. De Engelsen dachten dat de Boeren de heuvel gebruikten om zich te beschermen en liepen of reden per paard zo de hinderlaag in. De Boeren, zeer in de minderheid in aantal, hadden deze veldslag gewonnen. Alles is nog in de oude staat gelaten en dat wordt beschermd voor het nageslacht. “Neem niks behalwe foto’s en laat niks agter behalwe voetspore.” Boven op het uitzichtspunt staat een tableau waarop de veldslag staat uitgebeeld. Je kunt daar even zitten om de slag te overdenken. Onder de indruk verlieten we dit gebied en vervolgden onze weg via Jacobsdal naar Bloemfontein. Naar Jacobsdal omdat er een goede wijnkelder was en Pierre er graag een paar flesjes van wilde meenemen nu we in de buurt waren. Maar het was al laat en alleen de supermarkt was open. Een yoghurtje gekocht en warempel, zij hadden de juiste wijn op de plank staan. Dat was boffen, komen we toch nog met wijn terug. Het was al laat dat we thuiskwamen en morgen moeten we weer vroeg op, dan voor twee dagen op reis.
Donderdag 28 september 2006Sandra en Carel
vertrekken ook vanmorgen voor een korte vakantie. Elliot, daar had het
gezin van Abraham Carel gewoond. Na het leven op de plaats (boerderij)
waren ze in 1965 naar Elliot verhuisd. Pierre voelde het hier als
“thuiskomen”. In de hoofdstraat was het hotel en daar aangekomen hebben
we eerst een kamer mogen uitzoeken. Koffers neergezet en meteen weer op
stap. Pierre reed de straat uit en stopte bij een hoekhuis van de
Dampierstraat en de Skoolstraat. “Hier hebben wij gewoond”, zei hij.
Gelijktijdig stopte er een andere auto en er stapte een man uit. Hij
groette ons en nodigde ons uit om naar binnen te komen in datzelfde
huis. De man ging ons voor naar zijn kantoortje en vroeg of wij iets
wilde drinken. Aarzelend keken we naar Pierre, dat kon niet de bedoeling
zijn. Maar Pierre beaamde, dat we graag koffie wilden drinken. Toen kon
de conversatie beginnen. “Wat brengt u hier,” zei de man. Pierre
antwoordde dat wij nu precies in zijn slaapkamer zaten, want hij had
hier als kind gewoond. “Is dat zo?” “Ja, en ik ken uw familie ook, uw
broer zat bij mij in de klas op school en vroeger mochten wij en alle
kinderen uit de buurt bij uw huis op de trampoline in de tuin spelen.”
Toen was het ijs al helemaal gebroken. Deze man was iets jonger en
daarom kende hij Pierre niet persoonlijk. Maar hijzelf woonde nog in het
huis aan de overkant van de straat waarin hij was opgegroeid. Er volgde
een geanimeerd gesprek over onze relatie met Pierre, onze reizen door
Zuid-Afrika inclusief de Biketour natuurlijk. Om de hoek van dit
pand op de hoek Dampierstraat en Dirkie Uysstraat staat het gebouwtje
dat vroeger de winkel was van Abraham Carel. Met pilaren ervoor. Nu zijn
het appartementen. Abraham Carel verkocht in zijn winkel al het denkbare
wat mensen nodig hebben. Een voorloper van een supermarkt kun je zeggen.
Tussen het huis en de winkel was de opslagplaats van goederen.
We rijden weer door, nu op zoek naar de plaats van Johannes Philippus die vlakbij moet zijn. We zien een bord langs de weg met JP Plekker Paardekraal. Eerst rijden we te ver door op zoek naar een oprit, maar terug naar het bord blijkt dat bij de oprit te staan. Maar de oprit leek wel een lege rivierbedding! Pierre, vol vertrouwen in zijn Izusu, zette koers en zocht over de grote ronde stenen en stukken grond een weg naar boven. Dat was even angstig, maar tenslotte komen we voor een afrastering te staan. Wat nu? Keren maar en weer terug op dezelfde manier. Dat was wel even een heel angstige rit. Stel je voor dat het fout gaat! Maar het ging niet fout en wij en de auto hebben het overleefd. (Terug in Bloemfontein horen we via de telefoon van Hannes in Paarl dat we door de omheining hadden moeten gaan (?!) en verder lopen tot de plaats. Zijn vader is twee jaar geleden overleden en Hannes is in proces om de rechten van de plaats over te dragen aan de arbeiders van zijn vader. De weg is altijd onderhouden door zijn vader, maar als het niet meer onderhouden wordt is het gauw gedaan met de weg.) Doorgereden, weer langs “The Home”, eigenlijk van daaruit onze weg weer vervolgd. We kwamen onderweg een paar keer mannen tegen die met één of meer honden liepen. Pierre vertelde dat de honden voor de jacht werden gebruikt. De mannen wonen waarschijnlijk ook op de plaats van Viv Bouwer bij de vrouwen en kinderen. We zien weer een
plaats. Goed onderhouden dit keer. We draaien het erf op maar zien
niemand. Achter het huis zijn twee mannen aan het werk. Zij vertellen
ons dat de baas niet thuis is. Hij werkt voor de grote maatschappij van
bomenplanters en is niet aanwezig. Dit is het huis “Perceverance”,
Abraham Carel sê plek, waar Pierre is geboren en tot 1965 heeft gewoond.
Vrijdag 29 september 2006Waar we gisteren niet
aan toe zijn gekomen, was een bezoek aan de begraafplaats van Elliot.
Daarom gaan we ook vandaag op tijd op weg. Want we hebben om 16h00 weer
twee afspraken in Bloemfontein en dat is nog wel 500 km weg. Op de begraafplaats van Elliot zijn veel Plekkers begraven. Pierre weet waar zijn vader en broer zijn begraven, vlak achter elkaar, maar de anderen moeten we zoeken.
Op de begraafplaats is een vrouw die toezicht houdt. Het ziet er goed onderhouden uit en wij bedanken haar daarvoor.
Van hieruit vervolgen wij om 9h30 onze weg. Pierre heeft gekozen om via de Drakensbergen naar huis te rijden. Het is een grote omweg, maar zo zullen we een prachtig deel van Zuid-Afrika zien. De weg is niet om over naar huis te schrijven. Het rijden moet langzaam en voorzichtig. Maar wat een moois zien wij. Onbeschrijflijk. Het heeft een paar dagen geleden gesneeuwd en er ligt nog sneeuw op de toppen. “Daar gaan we naar toe,” belooft Pierre. En Pierre maakt zijn belofte waar. We hebben er uren over gedaan om, via Naudésnek (2100m), naar de toppen te komen. We zien overal water
uit de bergen sijpelen. Door de zon glimt het water. Het zijn
sponsbergen en het regenwater neemt de berg op en dat sijpelt er in
straaltjes weer uit. Op een moment stoppen we de auto en houden we onze
waterfles tegen de berg om water op te vangen. Heerlijk ‘cool clear
water’. Op de top aangekomen is een kleine ruimte om auto’s te plaatsen
en van het uitzicht te genieten. We komen nu een echtpaar tegen met een
kind van ongeveer 5 jaar. Het kind begrijpt niet dat zijn ouders van dit
uitzicht even willen genieten. “Wat is hier nou zo bijzonder?” of
woorden van die strekking, horen wij hem zeggen. Ook wij genieten van het uitzicht en maken foto’s. Luuk wil sneeuwballen gooien met Pierre! Die twee kunnen goed met elkaar overweg en ze praten honderduit tijdens het autorijden. We gaan de afdaling beginnen en er komen wat nederzettingen in zicht. Van hieruit komen we nog drie keer een auto tegen! Ja, als het zo weinig is dan ga je de auto’s tellen. We komen om ongeveer
14h30 in Rhodes aan. Een historisch stadje aan de voet van de bergen. We hebben een mooi restaurant gevonden en kunnen buiten onder
de bomen zitten om wat te eten. We bespreken ons tijdschema. Om 16h00 in
Bloemfontein zijn is natuurlijk niet mogelijk. Meteen Annemieke opgehaald, die ook heel moe is van de hele dag in de bus vanaf Kaapstad. Maar Pierre gaat weer
meteen naar de keuken en maakt het avondeten voor ons.
Zaterdag 30 september 2006Een beetje uitslapen mag wel weer vandaag. Lekker kopje koffie met ontbijt. We gaan de gasten van vandaag ophalen. Roedie en Hanneke wachtten op ons bij de Universiteitspoort. Wij zien elkaar voor het eerst na een paar maanden e-mail contact. Maar Pierre en zijn neef Roedie hadden elkaar al zo’n 30 jaar niet meer gezien. Het laatst bij een begrafenis. Roedie en Hanneke waren hier toevallig bij een conferentie van hun kerk en dit per e-mail geschreven aan Pierre. Toevallig waren wij hier dezelfde week en een afspraak was toen snel gemaakt. We rijden naar het
huis en natuurlijk komen de foto’s en andere familiespullen, zoals de
stamboompapieren, weer op tafel. Van dochter Siska van Roedie en
Hanneke en van Carel van Pierre en Sandra en van Quentin als onze
kleinzoon had ik een kwartierstaat gemaakt. Die komen alle drie uit in
1705 (natuurlijk) en daarin kun je zien hoe de vertakking gaat. Ook
wat er nog mist in de vertakking. Die gegevens zou ik nog graag willen
ontvangen. Ik heb oom Faai in Durban gebeld en met hem gesproken. Hij vond het erg fijn om even te kunnen praten. Het gaat wat beter met tante Vera, die weer thuis is na ziekenhuis-opname. Ik heb de telefoon doorgegeven aan Pierre en daarna aan Hannes. Het was even feest aan de telefoon! Pierre en Roedie
gingen even boodschappen doen en Hanneke en ik hebben lekker zitten
praten. Zij is net begonnen met een administratiekantoor aan huis en we
konden ervaringen uitwisselen. Er worden afspraken
gemaakt om verder ook contact te houden, ook met Hannes en ook met tante
Miek in Hermanus. En . . . als het kan om eens naar Zaandam te komen.
Zondag 1 oktober 2006Een totale rustdag.
Veel gelezen. Ik heb Pierre het boekje van Gillian Warson, Healing the
Nations over Fred Kaan, the man and his Hymns gegeven om te lezen. Hij
vond het een erg interessant boek. Om 18h00 – 19h10 vliegen
we van Bloemfontein naar Johannesburg. Daar moeten we een paar uur
wachten op de vlucht van 23h35 naar Amsterdam.
Na een paar dagen ontvingen we een brief van uncle Faai Plekker uit Durban: 1 October 2006 Dear Greet and Luuk, I was pleasently surprised to get your phone call from Bloem, and even more that Pierre has taken you to Elliot and the farms. I wish I was there with you people. I could tell you so much of the history of those farms and the people that lived there. How we farmed and worked the land. When I was a boy of 6 or 8 years old we still plough the land with oxen and use ox wagons to take products like corn and mealies to the nearest railway station. I can still remember that we had a horse drown cart called “gig”, and we used horses to get around. My father bought his first car when I was about 2 years old. (1933) I am glad that you also met Roedie and his wife. I don’t know how or when, but I think that one day I will be able to visit Zaandam and perhaps see the places where my father and fore fathers lived and worked. Well that is only a dream, but who knows, maybe it will come true. Love, Faai
|